Samenvatting:

Marie gaat in de zomervakantie van 1914 met haar ouder op vakantie naar Glasgow. Tenminste, zo wordt het haar verteld. Eenmaal in Glasgow duurt het niet lang voordat de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Ook in België, Maries thuisland. Marie en haar ouders blijven dan ook in Glasgow. Maries broer Charles is achtergebleven in België en Marie maakt zich grote zorgen over hem. Marie schrijft hem brieven waarin ze vertelt hoe haar leven er uit ziet en vraagt hem om nieuws over het zijne. Charles schrijft Marie, maar slecht een weinig. Haar ouders krijgen veel meer vellen dan Marie. Wat wil of durft Charles niet aan Marie te vertellen, ondanks zijn belofte haar te schrijven over hoe het echt is? Marie leidt haar eigen leven in Glasgow, deels binnen de Belgische gemeenschap, deels met de Schotse bevolking. Door haar contact met de Schotten komt Marie er achter dat, ook al woedt de oorlog niet op Schots grondgebied, de oorlog toch zorgt voor sociale misstanden. Al snel raakt ze betrokken bij deze misstanden, zeer tegen de zin van haar ouders. Het begint er op te lijken dat Marie een keuze zal moeten maken: loyaliteit aan familie of opkomen tegen een schrijnend onrecht